Met liefdevolle en persoonsgerichte zorg maakt De Zorgcirkel verschil in het leven van cliënten en de mensen om hen heen. Persoonsgericht werken is het vertrekpunt van iedereen die bij De Zorgcirkel werkt. Jaren terug stapten wij af van taakgericht werken. Iedereen is immers uniek en heeft eigen behoeften en mogelijkheden. Als we iemand echt mogen kennen, dan ontstaat een mooi evenwicht in welzijn en zorg. Daarom staan bij De Zorgcirkel de behoeften van mensen centraal en de factoren die van invloed zijn op gedrag. Ieder mens heeft behoefte aan erbij horen, gehechtheid, een identiteit, bezig zijn en comfort. Er zijn 5 universele behoeften, waarbij de exacte invulling van die behoeftes weer voor ieder mens anders is. Er zijn zes factoren die van invloed zijn op iemands gedrag en functioneren. De behoeften en gedragsfactoren kom je ook wel eens tegen onder de term 'verrijkt model'. Hieronder vind je een beschrijving en uitleg.
Persoonsgerichte zorg
Spreken over mijn leven
Het Zorgcirkel-boekje 'Spreken over mijn leven' wordt sinds 2020 gebruikt. Het is een geschenk van ons aan mensen die thuis ondersteuning (gaan) krijgen van De Zorgcirkel. Het is ontwikkeld vanuit onze visie op persoonsgericht werken. In het boekje is ruimte om belangrijke zaken uit het leven en wensen te noteren. Bij De Zorgcirkel stellen we de wensen en behoeften centraal van alle ouderen die behoefte hebben aan zorg- of dienstverlening. Wat wilt u? Wat is voor u belangrijk? Wat heeft u nodig? En wat past bij u? Door u te leren kennen, kunnen we daarop inspelen.
Het is leuk en zinvol om tijd te maken om af en toe het boekje erbij te pakken en gedachten en verhalen op te schrijven. Mocht u in de toekomst meer ondersteuning van ons nodig hebben, dan kunt u er voor kiezen om ons met dit boekje alvast wat inzicht geven.
Het boekje is ingedeeld in de volgende onderwerpen:
- Mijn levensloop
- Mijn persoonlijkheid
- Mijn sociale omgeving
- Mijn fysieke omgeving
- Mijn gezondheid en lichamelijke conditie
- Mijn toekomst
Iedereen kiest natuurlijk zelf wat er ingevuld wordt. We kunnen tips geven over het gebruik en met wie het zinvol is om erbij te betrekken. Als zij op de hoogte zijn van uw wensen en behoeften kan dit helpen om deze te realiseren.
De vijf universele behoeften
De 5 behoeften zijn universeel, deze gelden voor ieder mens.
Comfort (troost en bemoediging): De behoefte aan warmte, tederheid en troost. Vooral wanneer iemand zich alleen, onveilig of angstig voelt. Een knuffel kan troost of warmte geven, maar ook een warme douche of een comfortabele stoel.
Identiteit: De behoefte om te weten wie je bent en een goed gevoel te hebben over jezelf. En een gevoel van continuïteit met het verleden. Iemand die in de zorg werkt, zal vaak zijn / haar hele leven ‘het zorgen voor een ander’ in zich houden.
Gehechtheid: De behoefte om je veilig en geborgen te voelen bij andere mensen. Het gaat erom veilige en vertrouwde relaties te hebben. Ook aan bepaalde gewoontes en rituelen kunnen mensen gehecht zijn; slapen aan een bepaalde kant van het bed of het eten van nasi met een lepel of vork. Verder kunnen ook mensen erg gehecht zijn aan bepaalde spullen. Denk aan een bepaalde jas of sieraad.
Bezig zijn (iets om handen hebben): De behoefte om onderdeel uit te maken van het leven en je nuttig te kunnen voelen.
Erbij horen: De behoefte om onderdeel uit te maken van een groep, van een sociale omgeving en je welkom te voelen.
Bron: Trimbos-instituut (januari 2014).
De zes gedragsfactoren
Door iemand echt te leren kennen, krijg je ook beter inzicht in de (invulling van de) behoeften van een persoon.
Persoonlijkheid : Wat voor persoon heb je voor je? Is degene een rustig, druk, ongeduldig, vriendelijk, ondernemend of actief persoon? Als je een beeld hebt van iemands eigenschappen, kun je beter inschatten wat belangrijk is en hoe iemand in bepaalde situaties zal reageren.
Levensloop: Wat heeft iemand meegemaakt in zijn leven? Is hij bijvoorbeeld getrouwd, gescheiden, heeft hij kinderen, heeft hij gestudeerd, wat was zijn beroep, waar heeft hij gewoond, wat zijn zijn gewoontes? Zo krijg je inzicht in belangrijke gebeurtenissen en ervaringen van iemand. En je weet iemand gewend is zijn dag in te delen.
Gezondheid en lichamelijke conditie Hoe is het met de gezondheid en lichamelijke conditie? En hoe gaat iemand met mogelijke beperking in het dagelijkse leven om? Als je hier aandacht voor hebt kun je soms begrijpen waarom iemand zich op een bepaalde manier gedraagt en wat je mogelijk kunt doen om ongemakken weg te nemen.
Fysieke omgeving : Hoe woont iemand, wat voor soort huis en inrichting heeft hij, is het een vertrouwde omgeving? Zijn er vaste plaatsen voor spullen?
Sociale omgeving: Met wie heeft degene veel contact, bijvoorbeeld familie of vrienden? Welke activiteiten onderneemt iemand met deze contacten? Naar wie gaat iemand toe voor emotionele ondersteuning?
Hersenschade (H): Heeft iemand een bepaalde vorm van hersenschade (bijvoorbeeld Alzheimer, een CVA of de ziekte van Korsakov)? Welke problemen heeft iemand en wat gaat nog wel en wat niet meer? Als je weet wat iemand nog wel en niet meer kan, kun je het gedrag van diegene beter begrijpen en weet je beter hoe je hem of haar kunt ondersteunen.
Bron: Trimbos-instituut (januari 2014)